8.8.6. Mozes' relatie met God
Zie ook hoofdstuk
'Relatie met God'.
Vriendschappelijke relatie met God
Behalve Jezus is geen enkel Bijbelfiguur te vergelijken met Mozes wat
betreft zijn persoonlijke omgang met God.
"Nooit meer heeft Israël een profeet gekend als Mozes, met wie
de HEER zo vertrouwelijk omging." (Deuteronomium
34:10, NBV2004)
Let eens op de manier waarop God zelf over Mozes spreekt:
"... Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak
ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in
dromen. Maar met mijn dienaar Mozes, op wie ik volledig kan vertrouwen, ga ik
anders om: met hem spreek ik rechtstreeks, duidelijk, niet in raadsels, en hij
aanschouwt mijn gestalte ..." (Numeri 12:6-8, NBV2004)
Deze diepgaande relatie staat niet helemaal los van het karakter van Mozes.
Mensen met een overwegend verstandelijk
karakter zijn minder op de buitenwereld gericht dan anderen, maar meer op de innerlijke
wereld. En en die innerlijke wereld staat dichter bij de geestelijke wereld, de wereld
van God. Speciaal van Mozes lezen we in de brief aan de Hebreeën:
"Door het geloof verliet hij Egypte zonder de woede van de
koning te vrezen, want hij zette door, als ziende de Onzienlijke." (Hebreeën
11:27, WV2012)
Al bij de roeping van Mozes was God zeer uitvoerig geweest in zijn gesprekken
met Mozes en zo begon Hij een sfeer van open, vertrouwelijke omgang met Mozes op
te bouwen. We zien Mozes in de loop der jaren groeien tot bijna het niveau
van partnerschap met God. Mozes bracht erg veel tijd met God door. Eenmaal was
er zelfs een ontmoeting van veertig dagen aaneen (Exodus 24:12-18), waarvan hij
de eerste week op de berg moest wachten om zijn gedachten geheel leeg te laten
worden voordat hij met God mocht spreken.
God laat Mozes zien wie Hij werkelijk is
Een van de mooiste voorbeelden van intieme omgang met God lezen we in
Exodus 33, waar Mozes vroeg of hij
Gods heerlijkheid mocht zien. Ik denk dat Mozes daarmee wilde zeggen: "Wie
bent U in diepste wezen? Ik zou U zo graag willen zien. Ik wil U beter leren
kennen, mag dat?"
"Toen zei Mozes: Toon mij toch Uw heerlijkheid!" (Exodus
33:16, HSV2010)
We moeten goed beseffen dat Mozes die vraag stelde nadat hij langdurig en intensief met God had
geleefd in diep ontzag
en gehoorzaamheid. Mozes was daarbij zelfs zo ver gegaan, dat hij bereid was
zijn leven op te offeren voor het volk Israël, dat diep gezondigd had door het
gouden kalf te aanbidden (Exodus 32:32 en 34:9). Mozes' verlangen naar God was
echt en zijn leven was één en al offer voor God. Vanuit die houding mocht hij
die vraag stellen.
De vraag van Mozes gaat veel verder dan het zingen van een Opwekkingslied met
woorden als "Heer laat mij uw glorie zien, want ik wil genieten van uw
heerlijkheid." Het verlangen naar een fijn 'geestelijk' gevoel is niet te
vergelijken met het verlangen van Mozes. Een intieme relatie met God vereist
bovendien een diep besef van Gods heiligheid en veel persoonlijke diepgang.
Hoe reageerde God op de vraag van Mozes? God zei niet: "Mozes, hoe kun je nou
zoiets vragen. Ik ben veel te heilig voor jou, wat denk je wel!" Integendeel. Ik
geloof dat God
heel blij was met de vraag van Mozes en gaf hem het volgende antwoord:
"... Ik zal mijn luister aan u doen voorbijgaan en de naam des
Heren voor u uitroepen: Ik zal genadig zijn, wie Ik genadig ben, en Mij
ontfermen, over wie Ik Mij ontferm." (Exodus 33:19, NBG1951)
In deze woorden gaf God aan wat Hem in diepste zin beweegt. Aan de buitenkant
lijkt God misschien een strenge God die hoge eisen stelt aan mensen, en ook nog
eens een God die gauw boos is. Maar diep van binnen is God een liefdevolle,
genadige en barmhartige God. Mozes moet innerlijk gejuicht hebben toen hij deze
liefdevolle uiting van God hoorde! Gods genadigheid en barmhartigheid geven
inhoud aan de naam van God die Hij even later ook persoonlijk zou uitroepen.
Maar God ging nog verder met zijn vriend Mozes: Hij zou zichzelf ook
zichtbaar aan Mozes
laten zien, op zo'n manier dat hij het nog net kon verwerken:
"Maar je zult mijn gezicht niet kunnen zien. Want geen mens kan
blijven leven als hij mijn gezicht gezien heeft. Er is een plek op de rots waar
je dicht bij me kunt staan. Als ik in stralend licht voorbijkom, zal ik je in
een grot laten staan. Ik zal je met mijn hand bedekken tot ik voorbij ben. Dan
zal ik mijn hand weghalen en dan kun je mij van achteren zien. Maar mijn gezicht
mag niemand zien." (Exodus
33:20-23, NBV2004)
God ging daarbij tot het uiterste. Je zou natuurlijk graag willen weten wat
Mozes precies zag, maar dat heeft hij niet in de Bijbel opgeschreven.
Toen Mozes na die ontmoeting met God van de berg Sinaï afdaalde, straalde de
heerlijkheid van God zo van zijn gezicht af dat de mensen hem niet durfden aan
te kijken.
"Mozes daalde de Sinaï af, met de twee platen van het verbond
bij zich. Hij wist niet dat zijn gezicht glansde doordat hij met de HEER
had gesproken." (Exodus 34:29, NBV2004)
Hij deed toen maar een doek over zijn gezicht totdat die krachtige straling
was afgenomen (Exodus 34:30-35).
Mozes de voorbidder
In de Bijbel zien we dat Mozes tot ongekende hoogten is gestegen als
tussenpersoon tussen God en het volk Israël en als
voorbidder, juist wanneer de
relatie tussen God en de Israëlieten onder grote druk stond.
Toen Mozes een tijdlang een bespreking met God had, op de berg Sinaï, ging
het volk een gouden kalf maken en het aanbidden als hun god. Dit was natuurlijk
een bijna onvergeeflijke zonde na alles wat God voor zijn volk had gedaan.
Mozes, die een duidelijk besef had van Gods heiligheid, besefte maar al te goed
dat de relatie tussen God en het volk stuk was en dat de situatie hoogst ernstig
was.
"De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: 'U hebt zwaar
gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan; misschien kan ik de HEER ertoe bewegen u
uw zonden niet aan te rekenen.' Hierop keerde hij terug naar de HEER. 'Ach HEER,' zei hij,
'dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een god van goud gemaakt.' " (Exodus
32:30-31, NBV2004)
Vervolgens kwam de offerbereidheid van Mozes naar voren, Het was hem alles
waard dat het volk, dat God aan hem had toevertrouwd, er goed doorheen zou
komen. Hij wist dat alleen een groot offer genoegdoening zou kunnen schenken aan
God om deze grove afwijzing van zijn goedheid af te wijzen:
"Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt u dat niet, schrap
mij dan maar uit het boek dat u geschreven hebt.' " (Exodus 32:32, NBV2004)
Vanwege het pleidooi van Mozes schonk God
vergeving. Maar God wilde niet meer zelf met het volk meegaan en zei tegen Mozes
dat er maar een engel mee moest gaan om het volk te leiden, omdat Gods
heiligheid en de zondige houding van het volk niet konden samengaan (Exodus
32:33-35; 33:1-6).
Mozes kwam met een creatieve oplossing. Hij zette een tent neer buiten het
kamp van de Israëlieten om daar God te ontmoeten. Dat was neutrale grond en daar
kon God immers niets op tegen hebben. Over die ontmoetingen lezen we in de
Bijbel:
"De Heer sprak met Mozes heel persoonlijk, zoals iemand spreekt
met zijn vriend ..." (Exodus 33:11, GNB1996)
Het was tijdens deze gesprekken dat Mozes weer het heikele punt naar voren
bracht dat God niet met het volk wilde optrekken. Mozes besloot om daar met God
over te onderhandelen.
"En de HERE antwoordde: 'Voelt u
zich pas gerust als Ik Zelf meega?' Mozes zei: 'Als u niet Zelf meegaat, laat
ons dan niet vertrekken. Want als U niet meegaat, zal niemand ooit weten dat ik
en mijn volk genade hebben gevonden in uw ogen en verschillend zijn van alle
volken op aarde.' Daarop zei de HERE
tegen Mozes: 'Ik zal doen wat u Mij hebt gevraagd, want het is een feit dat u
genade hebt gevonden in mijn ogen en dat Ik u als mijn vriend beschouw.' "
(Exodus 33:14-17, HB2008)
Mozes had het pleit gewonnen en ik denk dat God intens genoten heeft van dit
gesprek. God is een genadig God en Mozes wist dat. In die wonderlijke
vriendschap tussen de heilige God en de beperkte mens Mozes ontstond een
ongekend heerlijk samenspel waarin we het hart van God beter leren kennen en
zijn diepe verlangen om het allerbeste uit de mens naar voren te laten komen.
Het laat ook zien hoe persoonlijk en intiem God met mensen wenst om te gaan.
Maar er hangt wel een prijskaartje aan zo'n intieme relatie met God: radicale
toewijding, geloofsdiscipline en
gehoorzaamheid.
In Deuteronomium 9:18-10:11 kun je nog meer lezen
over de voorbeden van Mozes.
Volgend onderwerp: 8.8.7. Mozes de Godsman