8.9.5. Petrus de apostel
Leider van de christengemeente
Vroeger, toen Petrus nog gewoon Simon heette, gaf hij een helder getuigenis
van het feit dat Jezus de beloofde messias was. Bij die gelegenheid had Jezus hem zijn nieuwe naam alvast gegeven:
"Jij bent Petrus. Op deze rots zal Ik mijn Gemeente bouwen. De
poorten van het dodenrijk zullen nooit macht over haar krijgen." (Matteüs 16:18,
HB2008)
Het was een belofte geweest van karakterverandering, want de Petrus van
vroeger
was misschien wel de minst stabiele van alle twaalf discipelen. Jezus heeft zijn
belofte meer dan waargemaakt. Van alle vier karakters die in dit deel van
Herschepping de revue passeren, zijn de veranderingen van Petrus het
duidelijkst te zien. Ook als we de brieven van Petrus in de Bijbel lezen, zien we
achter die woorden een gerijpte, volwassen geestelijke leider die waardevolle
dingen wist te verkondigen.
Petrus was een stabiele leider van de eerste christengemeente. Dat wordt
vooral gedemonstreerd in de kundige en krachtige manier waarop hij omging met de
Ananias en Saffira affaire. Dit echtpaar bracht een offergave en deed net of het
de hele opbrengst van een verkoop was, terwijl ze een deel voor zichzelf
hielden. Ze wilden daarmee eer van mensen ontvangen. Petrus sprak Ananias toe
vanuit het inzicht dat God hem op dat moment moet hebben gegeven:
"Maar Petrus zei: 'Ananias, waarom heb je je door Satan laten
misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen ... Niet de mensen heb je
bedrogen, maar God zelf.' " (Handelingen 5:3-4, NBV2004)
God bevestigde de waarheid van Petrus' woorden EN God bevestigde zijn gezag
als kerkleider doordat Ananias ter plekke stierf en enige tijd later zijn vrouw
ook hetzelfde lot onderging. De mensen waren verbijsterd. En toch, in de daarop
volgende Bijbelverzen lezen we dat het een positief effect had op de groei van
de gemeente.
De veranderingen in het karakter van Petrus laten zien hoe de Heilige Geest
toegewijde gelovigen helpt om zondige karaktergewoonten te doen wegsmelten en vruchten van de Geest
voort te brengen. We zien dat bij
Petrus zijn gevoelsmatige eigenschappen vrucht droegen omdat ze niet langer vanuit
zijn oude natuur werden gebruikt. Ook valt op dat er eigenschappen bij hem boven
kwamen die helemaal niet bij zijn temperament pasten: de Heilige Geest vulde de
tekortkomingen van Petrus op een bijzondere manier aan!
Dit kan en wil God ook doen in jouw leven. Zulke
veranderingen ontstaan niet doordat je er zelf zo hard aan werkt, maar door vol te zijn van Gods Geest die dan
de ruimte krijgt zijn herscheppende werk in je hart uit te voeren.
Geloof van Petrus
Misschien wel de meest opvallende verandering in Petrus kunnen we waarnemen
in het volgende geval. Petrus, de visser van mensen, was in de ogen van koning
Herodes een 'grote vis' die gevangen
en gedood moest worden om daarmee de Joodse leiders een plezier te
doen. Zoiets had hij nodig om als impopulaire vorst het één en ander van hen gedaan
te krijgen. Zo kwam Petrus in de gevangenis terecht.
"Na de arrestatie sloot hij hem op in de gevangenis, waar hij
hem door vier groepen soldaten van steeds vier man liet bewaken, met de
bedoeling hem na het pesachfeest ten overstaan van het volk te berechten."
(Handelingen 12:4, NBV2004)
Maar Petrus werd niet onrustig en niet
bang. Het kan niet anders of hij had zijn toekomst volkomen in Gods hand gelegd.
"In de nacht voordat hij voorgeleid zou worden, lag Petrus te
slapen tussen twee soldaten, aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend.
Ook voor de deur van de kerker stonden bewakers." (Handelingen 12:6, NBV2004)
Hoe lang was het geleden dat hij Jezus in de boot tijdens een
storm op het meer ruw had
wakker geschud en geschreeuwd: "Heer, we vergaan. Waarom doet U er niets aan!"
Nu lag hij nota bene rustig te slapen in zijn dodencel. Hij voelde zich veilig in
Gods hand. Wat een omkeer in het leven van de apostel. Zijn karakter was
grondig veranderd door de inwonende Heilige Geest.
Maar zijn medegelovigen waren hem ook niet vergeten:
"Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de
gemeente vol vuur voor hem bidden tot God." (Handelingen 12:5, NBV2004)
In antwoord op het gebed van zijn medegelovigen werd Petrus op een wonderlijke
manier door een engel van God bevrijd (Handelingen 12:7-18). Daarna vertrok hij naar Caesarea, een
plaats aan de kust van de Middellandse zee.
Bescheiden Petrus bij Cornelius
Petrus was ook geen opschepper meer. In plaats daarvan wist hij zich een
instrument in Gods hand. In zijn
uitspraken lezen we dat hij alle eer aan Jezus gaf (Handelingen 3:12-13; 4:10).
Hij verhief zichzelf niet boven de anderen zoals vroeger, ook al was hij hun
leider.
Toen hij later op bezoek kwam bij de Romeinse officier Cornelius om daar
het Goede Nieuws te brengen zien we ook iets van zijn nieuwe bescheidenheid:
"Toen Petrus het huis wilde binnengaan, kwam Cornelius hem
tegemoet, en hij wierp zich eerbiedig voor zijn voeten ter aarde. Maar Petrus
hielp hem overeind en zei: 'Sta op. Ik ben ook maar een mens.' " (Handelingen
10:25-26, NBV2004)
God had aan Petrus een visioen gegeven met de opdracht onreine dieren te
slachten om ze vervolgens op te eten (Handelingen 10:1-23). Onmiddellijk daarna
kwamen een paar soldaten hem vragen om het Goede Nieuws aan een afdeling
Romeinen uit te leggen. Hij begreep dat God hem door dat visioen wilde duidelijk
maken dat het evangelie nu ook aan niet-Joden verkondigd mocht worden. Petrus
overwon zijn eerdere vooroordelen tegenover Romeinen, sputterde niet tegen en
ging gewillig mee. Hij had zijn onstuimige wil overgegeven aan de Heer. Let op
hoe vriendelijk Petrus reageerde en hoe hij zich volkomen op zijn gemak voelde
in deze totaal nieuwe situatie!
"Daarop nodigde Petrus de mannen uit om binnen te komen en bood
hun onderdak. De volgende dag ging hij samen met hen op weg, en enkele broeders
uit Joppe gingen met hem mee." (Handelingen 10:23, NBV2004)
Petrus bracht de evangelieboodschap aan de Romeinse hoofdman Cornelius en
zijn ondergeschikten. Terwijl hij nog sprak werden alle aanwezigen plotseling
vervuld met de Heilige Geest. Dit effect, bij heidenen nog wel, moet Petrus wel
hebben verrast. Maar let op zijn spontane reactie:
"Zou iemand deze mensen het water van de doop kunnen weigeren?
Mensen die net als wij de heilige Geest hebben gekregen!" (Handelingen 10:47,
GNB1996)
Terwijl hij enkele dagen geleden er nog niet klaar voor was om heidenen
gelijk te willen benaderen als Joden, organiseerde hij nu onmiddellijk een
doopfeest.
Natuurlijk had Petrus heel wat uit te leggen aan de gelovigen in Jeruzalem,
die nog niet zo ver waren met het accepteren van gelovigen uit de heidenen. Ze
maakten Petrus ernstige verwijten. Maar hij nam de tijd om het heel rustig uit
te leggen (Handelingen 11:1-17). De rust die daarbij van hem afstraalde paste
niet bij zijn temperament, maar hij was vol van de vrede van Gods Geest. Zijn
rust was aanstekelijk en de anderen kwamen tot bedaren:
"Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld ..."
(Handelingen 11:18, NBV2004)
Foutje van Petrus
Niemand is volmaakt en ook een geestvervulde apostel kan wel eens in één van de valkuilen van zijn karakter terechtkomen. De Heilige Geest is een
helper, geen
dictator.
Hij respecteert de keuzes van de geestvervulde persoon, ook als die niet goed
zijn. Paulus schrijft in Galaten 2 over een ontmoeting met Petrus in Antiochië.
Terwijl Petrus rustig zat te eten met een aantal gelovigen uit de heidenen,
kwamen er
plotseling Joodse christengelovigen aan. Als in een reflex werd Petrus bang dat de Joodse
gelovigen het hem kwalijk zouden nemen dat hij met gelovigen uit de heidenen aan
tafel zat, en dus ging hij maar gauw bij de Joodse gelovigen aan de tafel
zitten. Gevoelsmatige mensen zijn van nature bang voor afwijzing van mensen en
hier greep Petrus even terug op zijn oude natuur. Paulus merkte het op en wees
hem openlijk terecht (Galaten 2:11). Dat moet pijn hebben gedaan en het verwijt
was ook vernederend. En dat voor hem, de leider van de apostelen! Petrus had
voldoende geestelijke rijpheid om het hem te kunnen vergeven. In één van zijn
brieven schreef Petrus heel positief over Paulus en noemt hem 'onze geliefde
broeder':
"Bedenk dat het geduld van onze Heer uw redding is. Dat heeft
ook onze geliefde broeder Paulus u geschreven met de wijsheid die hem is
geschonken. Hij schrijft dit in alle brieven waarin hij dit onderwerp
ter sprake brengt. Daarin staat een en ander dat moeilijk te begrijpen is en dat
door onwetende en onstandvastige mensen, tot hun eigen ondergang, wordt
verdraaid; dat doen ze trouwens ook met de overige geschriften." (2 Petrus
3:15-16, NBV2004)
Hier doet Petrus een opmerkelijke uitspraak waar je gauw overheen leest: hij
zet de geschriften van Paulus op één lijn met de oudtestamentische geschriften.
Een groter compliment had hij Paulus niet kunnen geven. Hij had op dat moment
niet kunnen vermoeden dat zowel de brieven van Paulus als die van hemzelf in
onze Bijbel terecht zouden komen.
Nederigheid van Petrus
We hebben al enkele voorbeelden gezien van de veranderde Petrus die een
bescheiden man was geworden. Ook in zijn latere leven zien we nog een
interessant blijk van die bescheidenheid, of zeg maar gerust: nederigheid.
Bescheidenheid en nederigheid zijn zeer bijzondere eigenschappen voor een
leidersfiguur. Let eens op de manier waarop Petrus zijn beide brieven begonnen.
Je leest er gemakkelijk overheen:
"Van Petrus, apostel van Jezus Christus ..." (1 Petrus 1:1,
NBV2004)
"Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus ..."
(2 Petrus 1:1, NBV2004)
In de eerste brief presenteert Petrus zich als de rotsman (betekenis van
'Petrus') om daarmee zijn autoriteit als apostel te benadrukken. In de tweede
brief noemt hij zichzelf eerst een dienaar, vervolgens apostel. Bovendien voegde
hij zijn oorspronkelijke naam Simeon toe, de Hebreeuwse vorm van Simon, de naam
die zijn ouders hem gaven. Die naam wordt ook in de evangeliën een enkele keer in de
genoemd wordt, vooral wanneer hij zich NIET als een rotsman gedroeg. De beide
verschillen laten naar mijn mening een groei in nederigheid zien in het karakter
van Petrus. Iets waarvoor ik hem buitengewoon bewonder! Wat een pracht apostel
heeft God van deze ruwe Simon gemaakt, met een karakter waar Gods heerlijkheid
van afstraalde!
Einde hoofdstuk: 8.9. Karakter van Petrus