8.1.9. Goedheid
Betekenis van het woord: iets goeds of nuttigs doen voor anderen tot hun
welzijn, deugdzaamheid, vrijgevigheid.
Gods goedheid
Volmaakte goedheid vinden we alleen bij God. Als christen mag je daar nooit
aan twijfelen, wat er ook gebeurt.
Toen
iemand Jezus eens aansprak
met de woorden 'goede meester' antwoordde Hij:
"... Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God."
(Lucas 18:19, NBV2004)
God is barmhartig en bewogen met de mensen in nood, die hulp van buitenaf
nodig hebben. God luistert naar mensen
die stuk zijn van verdriet, de zwakken en de rechtelozen:
"... Hij helpt weduwen, en hij beschermt kinderen zonder
vader." (Psalm 68:6, NBV2004)
"Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt
hun diepe wonden."
(Psalm 147:3, NBV2004)
"Een steun is de HEER voor wie is
gevallen, wie gebukt gaat richt hij op." (Psalm 145:14, NBV2004)
Goedheid als vrucht van de Geest
De Heilige Geest die als een
geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alle goedheid in zich om je
te ondersteunen. Zie goedheid niet als een opdracht of een verplichting die je
als een goede christen moet vervullen, want dan begin je aan de verkeerde kant.
Vruchten van de Geest beginnen bij Gods Geest die bij de
wedergeboorte in je
hart is komen wonen en ontwikkelen zich verder naarmate je ervoor kiest 'in de
geest van God' te handelen. Samen met God kun je dat ook.
In navolging van Jezus mogen christengelovigen een levensstijl van goedheid
ontwikkelen, die de vrucht is van een dienend leven. Echte goedheid,
als geestelijke vrucht, is meer dan goed zijn voor mensen die
dat tegenover jou ook zijn, want dat kan iedereen. Jezus zei hierover:
"En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie
weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo." (Lucas 6:33,
NBV2004)
Ook deze vrucht vloeit voort uit echte,
onzelfzuchtige liefde, die de ander
wil dienen, vooral ook mensen die niets terug kunnen doen.
"Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als
we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. Laten
we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor
onze geloofsgenoten." (Galaten 6:9-10, NBV2004)
Dienen zonder eigenbelang
Geloofspraktijk bestaat voor een groot gedeelte uit dienen. God dienen betekent:
jezelf en je arbeidskracht inzetten voor het
welzijn van een ander. Dienen is in veel gevallen: gewoon doen wat moet gebeuren
om anderen te helpen. Jezus was nooit te beroerd om onaanzienlijke taken uit te
voeren, waarvoor anderen de neus op zouden halen. Denk maar aan de voetwassing
bij het
laatste pesachmaal.
De ware volgelingen van Jezus worden zichtbaar wanneer gelovigen eenzelfde nederige,
dienende houding tonen.
Een dienaar bepaalt niet zelf wat hij doet, maar luistert naar iemand die
boven hem staat. Een trouwe dienaar gaat nooit met pensioen. Hij blijft
levenslang trouw in het dienen. Het is een deel van zijn leven geworden.
Voor het dienen van medegelovigen komen we in de Griekse brontekst van het
Nieuwe Testament meestal het woord 'diakonia' tegen. Dat is een vrijwillig
dienstbetoon uit liefde, in tegenstelling tot bijvoorbeeld loondienst of iets
doen uit verplichting.
Volgens de wereldse denkwijzen van alle eeuwen is dienen iets minderwaardigs:
de mindere dient de meerdere. Ook bij andere wereldgodsdiensten leeft die
gedachte. Binnen het koninkrijk van God is dienen juist de praktische uitwerking
van het geloof. Leiding geven staat ook bij gelovigen meestal in hoger aanzien
dan dienen. Er worden heel wat christelijke leiderschapscursussen gegeven. Heeft
iemand wel eens gehoord over een cursus in dienstbaarheid? Maar in Gods
koninkrijk is dienen belangrijker dan leiding geven.
Zie meer hierover in onderwerpen
- 'God is dienstbaar' in
hoofdstuk 'Gods zorgzaamheid'.
- 'Dienende liefde' in
hoofdstuk 'Zegenende liefde'.
Barmhartigheid
Barmhartigheid is een bekende vorm van goedheid. Het is oprechte bewogenheid met
mensen, vooral als zij het moeilijk hebben. Het is het tegenovergestelde van
onverschilligheid. Het is een geestelijke vrucht en tegelijk een opdracht: door
daden van barmhartigheid te tonen groeit deze vrucht in gelovigen.
"Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is." (Lucas 6:36, NBV2004)
"maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig,
en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft." (Efeziërs 4:32,
HSV2010)
De Bijbel bevat veel aansporingen om zorg te dragen voor mensen die tussen de
wal en het schip terecht zijn gekomen.
"Gelukkig wie zorgt voor de armen; in kwade dagen
zal de HEER hem uitkomst geven." (Psalm 41:2, NBV2004)
"... Help en steun hen die bang zijn, ook de zwakken ..."
(1 Tessalonicenzen 5:14, HB2008)
In het Nieuwe Testament zien we hoe Jezus talloze voorbeelden van
barmhartigheid heeft getoond. Hij had speciale belangstelling voor mensen die
zichzelf niet konden helpen. In de
gelijkenis van de barmhartige Samaritaan
geeft Jezus ook duidelijk aan dat barmhartigheid belangrijker is dan het
opvolgen van ceremoniële regels. Ook
Paulus spoort de gelovigen aan om zorg te dragen voor verdrukten, bijstand te
bieden aan hulpbehoevende mensen, troost te geven aan verdrietige mensen,
enzovoort.
Het niet tonen van barmhartigheid is een ernstige tekortkoming. Jezus verweet
de farizeeën dat ze zich druk maakten om uiterlijke vormen van godsdienstigheid
en verzuimden te doen wat één van de belangrijkste geboden van God was:
"Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie
geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet
zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw ..." (Matteüs 23:23, NBV2004)
"Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: 'Barmhartigheid wil
ik, geen offers.' " (Matteüs 9:13, NBV2004)
"Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen
barmhartigheid heeft bewezen; maar de barmhartigheid overwint het oordeel."
(Jakobus 2:13, NBV2004)
Bijbelgedeelten als deze onderstrepen het grote belang dat God hecht aan
barmhartigheid als eigenschap en praktische uitwerking van de liefde die God in
het hart van zijn kinderen heeft gelegd.
Zie meer over Gods barmhartigheid in
onderwerp 'God
is ruimhartig' in hoofdstuk 'Gods
vriendelijkheid'.
Andere voorbeelden van goedheid
Goedheid komen we ook in andere vormen tegen, zoals:
-
vrijgevigheid
- mildheid
- offerbereidheid
- gastvrijheid
- behulpzaamheid
- zorgzaamheid
- bemoedigen, troosten
Gespreksvragen
- Op welke manieren toont God zijn goedheid?
- Op welke manieren kunnen we als gelovigen goedheid tonen?
- Is goedheid tonen altijd een vorm van dienen?
- Wat kun je zeggen over een christen die geen geestelijke vruchten
voortbrengt?
- Op welke manieren kunnen we barmhartigheid tegenover mensen in praktijk
brengen?
- Op welke manieren heb jij goedheid van andere mensen ontvangen?
Volgend onderwerp: 8.1.10. Trouw