Andere betekenissen van het oorspronkelijke woord in de Griekse brontekst zijn: geloofsvertrouwen hebbend, eerlijkheid, integriteit, betrouwbaarheid. Sommige Bijbelvertalingen gebruiken het woord 'geloof', maar persoonlijk denk ik niet dat dit in Galaten 5:22 bedoeld is. Geloof is wel een geschenk van God (Efeziërs 2:8) maar dat richt zich uitsluitend op God. Het is geen eigenschap zoals alle andere vruchten van de Geest en past niet in het rijtje met vruchten van de Geest. Het gaat vooral over een levenshouding van trouw en betrouwbaarheid tegenover God en andere mensen, een goede eigenschap die in de gelovige groeit door te volharden in liefdevolle daden.
Ook deze geestelijke vrucht begint bij God, de schepper. Gods trouw is één van zijn meest gewaardeerde en typerende eigenschappen van onze God.
"Hij is de rots, wat Hij doet is volmaakt, al zijn wegen zijn recht; een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig is Hij en waarachtig." (Deuteronomium 32:4, WV2012)
Trouw is een levensstijl die gekenmerkt wordt door:
Al deze drie levenshoudingen vinden we bij God:
"Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u (=Abraham) en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn." (Genesis 17:7, NBG1951)
"Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus." (Filippenzen 1:6, NBG1951)
De Heilige Geest die als een geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alles in zich om je te helpen groeien tot een trouwe volgeling van Jezus. Het is een eigenschap die blijk geeft van een zekere mate van geestelijke volwassenheid. Voor een volgeling van Jezus is het een eer om Hem niet alleen trouw te beloven, maar ook trouw te zijn en trouw te blijven.
"Beste vriend, uw trouw blijkt uit alles wat u doet voor de broeders, zelfs voor broeders die u onbekend zijn." (3 Johannes:1:5, GNB1996)
Trouw aan Gods verbond houdt de verplichting tot gehoorzaamheid aan Gods levenswet in. Dat geldt zowel voor het Oude als het Nieuwe Verbond. Jezus heeft zich volledig aan Gods levenswet gehouden en in navolging van Hem doen christengelovigen dat ook, gemotiveerd door liefdevolle toewijding, en daartoe in staat gesteld door de Heilige Geest.
Het is gemakkelijk om aan iets te beginnen, maar iets afmaken vergt een levensinstelling van betrouwbaarheid. Het is een gewaardeerde eigenschap bij werkgevers, in christelijke organisaties en vooral ook in de kerkelijke gemeente. Trouw is misschien wel de belangrijkste eigenschap van een dienaar. En zijn we als gelovigen niet allemaal geroepen om te dienen?
"... want trouw vindt men niet bij allen." (2 Tessalonicenzen 3:2, NBG1951)
"... want niet iedereen is betrouwbaar." (2 Tessalonicenzen 3:2, NBV2004)
In deze tijd, waarin steeds meer mensen weinig meer lijken te doen dan reageren op impulsen, is trouw een steeds zeldzamer wordende eigenschap. Er zijn steeds meer mensen (niet alleen jongeren) die een gemaakte afspraak afzeggen (of gewoon niet komen opdagen) wanneer ze uiteindelijk liever iets anders doen. Voor Gods kinderen is het trouw uitvoeren van dienende taken binnen Gods koninkrijk (en ook daarbuiten!) een belangrijke graadmeter voor geestelijke volwassenheid en geschiktheid om in de toekomst met Jezus te regeren. Waarschijnlijk verlang je ernaar eenmaal de volgende woorden uit de mond van Jezus te horen:
"... Je bent een goed en trouw dienaar. Iets kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over iets groots aanstellen. Kom binnen en vier feest met mij." (Matteüs 25:23, GNB1996)
Bij betrouwbaarheid gaat het niet alleen om grote dingen, maar ook over kleine dingen. Jezus zegt hierover:
"Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat." (Lucas 16:10, NBV2004)
Bij trouw denken we ook aan:
De apostel Paulus heeft de volgende aansporing gegeven om ijverig en trouw te zijn en te volharden in het dienen van God en je medemensen:
"Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn." (1 Korintiërs 15:58, NBV2004)