De geestelijke vrucht van zelfbeheersing gaat niet zozeer over het niet toegeven aan allerlei verleidingen, maar over het beheersen van je boosheid tegenover mensen waar je je aan ergert. Evenals alle andere vruchten van de geest heeft ook de vrucht van zelfbeheersing een relationeel karakter.
Zie voor die andere vorm van zelfbeheersing hoofdstuk 'Verleidingen'.
Hoewel God oneindig krachtig is en ook vol gevoel, laat Hij zich nooit meeslepen door gevoelens. God heeft een volkomen beheersing van zijn kracht en zijn gevoelens. Op veel plaatsen lezen we in de Bijbel dat God zijn boosheid inhield als Hij het volste recht had om zeer hard op te treden.
"Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan
goedertierenheid.
Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen,
niet
voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn.
Hij doet ons niet naar onze zonden
en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden." (Psalm 103:8-10, HSV2010)
In dat opzicht heeft God veel meer terughoudendheid dan mensen. Denk maar aan de geschiedenis van de profeet Jona, die op een afstand van de stad Ninevé zat te wachten totdat God de stad zou vernietigen. Jona had daar zelf op gehoopt en verlangde ernaar om van dit schouwspel te genieten. Maar toen God zag dat de mensen van Ninevé oprecht waren in hun verlangen om beter te gaan leven, voerde Hij de vernietiging niet uit.
"Jona vond dit echter een heilloos besluit en hij werd nijdig. Hij bad tot de HEER: 'Ach HEER, heb ik het niet gezegd, toen ik nog in mijn land was! Daarom heb ik het willen voorkomen door naar Tarsis te vluchten! Ik wist immers, dat U een genadige en barmhartige God bent, toegevend en rijk aan liefde, U hebt altijd berouw over onheil.' " (Jona 4:1-2, WV2012)
Deze geschiedenis is een aansporing voor gelovigen om terughoudend te zijn tegenover irritante mensen om daarin iets van Gods karakter te laten zien. Irritante mensen zijn ook mensen en misschien hebben zij wel extra liefde en vriendelijkheid nodig.
De Heilige Geest die als een geschenk van God in elke wedergeboren gelovige woont, heeft alles in zich om hem te helpen groeien in zelfbeheersing. Het is een eigenschap die blijk geeft van een zekere mate van geestelijke volwassenheid.
Zelfbeheersing is geen product van zelfverbetering of zelfdiscipline, evenmin als alle andere vruchten van de geest. Zelfbeheersing begint met liefhebben van de persoon die iets vervelends tegenover je doet of zegt, en het besef dat God met jou ook elke dag heel wat geduld moet opbrengen.
De zelfbeheersing als vrucht van de Geest dus vooral: je boosheid beheersen. Daarover zegt de Bijbel onder meer het volgende:
"De dwaas laat zijn woede de vrije loop, maar de wijze weet zich te beheersen." (Spreuken 29:11, GNB1996)
"... ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn." (Jakobus 1:19, NBG1951)
"Ze (=de liefde) is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan." (1 Korintiërs 13:5, NBV2004)
Vooral uit de laatste Bijbeltekst zien we dat er in echte onbaatzuchtige liefde eenvoudigweg geen plaats is voor boos worden, wrok koesteren of wraakzuchtige gedachten tegenover iemand.
Wanneer je boos dreigt te worden op iemand, volg dan dit Bijbelse advies op:
"Een vriendelijk antwoord doet woede bedaren, harde woorden wakkeren woede aan." (Spreuken 15:1, GNB1996)
Zie meer hierover in onderwerp 'Boosheid' in hoofdstuk 'Beproevingen'.