9.1.2. Naderend levenseinde

Volmaakte rust - je bestemming bereiken

"Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk." (Genesis 2:2-3, NBV2004)

Zo is de zevende scheppingsdag de dag waarop de vreugde van de Schepper over zijn schepping zijn hoogtepunt bereikt.

God geeft je als gelovige pas de volmaakte rust van scheppingsdag 7 als geschenk nadat je leven op aarde is afgelopen. Je kunt dan rusten van aardse inspanningen, want het aardse leven houdt dan op en het geestelijke leven blijft over. Dat geestelijke leven zal zich daarna verder ontwikkelen tot een manier van leven dat veel rijker en completer zal zijn dan het aardse leven.

"Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel ... Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven." (2 Korintiërs 5:1, 5, NBV2004)

Het woord 'rust' roept bij veel mensen associaties op met 'saai' of iets voor het bejaardentehuis, dat vroeger 'rusthuis' werd genoemd. Het Bijbelse begrip 'rust' heeft meer te maken met het bereiken van je bestemming, van het doel dat God met je leven heeft. Rust is een toestand van volkomen harmonie met God waarin je als mens volledig mens kunt zijn zoals de Schepper dat bedoeld had.

Ouderdom

"... Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd." ( 2 Korintiërs 4:16, NBV2004)

Bij het verval van lichamelijke krachten, worden je mogelijkheden om in de materiële wereld te functioneren steeds minder. Maar als het goed is gaat het innerlijke, nieuwe leven steeds meer je persoonlijkheid beheersen. Dat is het effect van geloofsgroei. Oudere gelovigen die dit zo ervaren zijn rijke mensen. Als je wandelt met Jezus en gewend bent vanuit zijn kracht te leven, blijf je in geestelijk opzicht gewoon doorgroeien.

"Ze staan geplant in het huis van de HEER, in de voorhoven van onze God groeien zij op. Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris. Zo getuigen zij dat de HEER recht doet, mijn rots, in wie geen onrecht is." (Psalm 92:14-16, NBV2004)

Volgens wereldlijke maatstaven ben je afgeschreven als je een bepaalde leeftijd bereikt hebt, maar dat geldt niet binnen het koninkrijk van God. Daar geldt de opgaande lijn als normaal, zoals dat zo mooi wordt weergegeven in de laatste regel van het lied van Debora:

"... Maar zij die U liefhebben zijn, zullen krachtig stralen als de opgaande zon." (Rechters 5:31, HB2008)

Je kunt ervoor kiezen om de laatste periode van je leven te vergelijken met een ondergaande zon, of met een opgaande zon. Het is normaal dat Gods kinderen wandelen op een weg die omhoog gaat.

"... het pad van rechtvaardigen is als een schijnend licht, dat gaandeweg helderder gaat schijnen tot het volledig dag is geworden." (Spreuken 4:18, HSV2010)

De kracht van de oudere, die met God leeft, ligt hierin dat hij heeft geleerd om afstand te nemen van eigen kracht, iets wat de meeste jongeren nog moeten leren. Hoe meer je vertrouwt op je eigen mogelijkheden, des te minder kan Jezus door je heen doen. Ouderen, die afhankelijker zijn geworden in de letterlijke zin van het woord, leren daardoor ook beter in afhankelijkheid van God te leven. Dat is geen zwakheid, maar dat is juist hun kracht. Het plan van God is heel bijzonder en gaat meestal in tegen de ideeën van de wereld. Ook hiervoor geldt:

"wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen ..." (1 Korintiërs 1:27, NBV2004)

In de Bijbel lezen we krachtige beloften van God voor ouderen:

"Tot in je ouderdom blijf ik dezelfde, tot in je grijsheid zal ik je steunen. Wat ik gedaan heb, zal ik blijven doen, ik zal je steunen en beschermen." (Jesaja 46:4, NBV2004)

"Want deze God is onze God, eeuwig en altijd; Híj zal ons leiden tot de dood toe." (Psalm 48:15, HSV2010)

Een doel in je leven

Voor een oudere gelovige kan elke dag grote waarde hebben voor God, ook als hij bijna niets meer kan. Als je gedachten nog voldoende helder zijn kun je nog steeds bidden. Laat je voorbeden, ook die van de laatste periode van je leven, als een kostbare erfenis na voor de mensen die je gaat achterlaten. Die gebeden zijn enorm waardevol en ze zullen hun uitwerking hebben tot ver na je overlijden. Sterker nog: je zult de uitwerking ervan zien als je hen later ontmoet in de hemel en er blijvende vreugde uit putten.

Veel ouderen komen eerder te overlijden dan nodig is omdat ze geen doel meer hebben om voor te leven. Hun levensvisie is gestorven, lang voordat ze komen te overlijden. Ook vereenzaming kan daarbij een rol spelen. Kinderen van God, die jarenlang in verbondenheid met hun Heer hebben geleefd, hebben een blijvende levensvisie: zij genieten van Gods aanwezigheid en de persoonlijke omgang met Hem. De innerlijke strijd tegen ontmoediging en het omgaan met pijn of lichamelijk verval zijn daarmee niet verdwenen, maar het is gemakkelijker te accepteren omdat er ook iets waardevols tegenover blijft staan.

Voor mensen die menen nog een belangrijk deel van hun leven voor zich te hebben: laten zij zich oefenen in het bezig zijn met de dingen die waarde hebben voor Gods koninkrijk. Ook bij een naderend levenseinde zullen ze dan nog een vitale levensvisie hebben. Gelovigen die daar in hun jongere jaren weinig ernst mee maken, zullen in hun laatste levensfase ook minder geloofskracht hebben. In onze samenleving doen we van alles om onszelf te verzekeren om een zo comfortabel mogelijke oude dag te hebben. Pensioenvoorzieningen zijn in dat opzicht heel belangrijk. Maar hoe is het gesteld met je geestelijke pensioenvoorziening? Bouw je vandaag iets op waar je later op terug kunt vallen?

Klaar om te sterven?

"Goed leven is een goed begin om goed te sterven."
(Betty Carlson)

Een kind van God hoort elk moment klaar te zijn om te kunnen sterven. Sommige gelovigen schuiven dat voor zich uit en nemen zich voor om daar later wat tijd aan te besteden. Dat is niet verstandig, want veel mensen sterven onverwacht. Veel andere mensen zijn gedurende de laatste weken van hun leven niet meer in staat om helder te denken over deze zaken. Waarom zijn sommige gelovigen niet klaar om te sterven? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, zoals:

  1. nooit echt bekeerd en wedergeboren
  2. geen zekerheid over eeuwig leven
  3. onbeleden zonden
  4. vastzitten aan wereldse zaken
  5. één of meer mensen niet willen vergeven
  6. dingen in de relatiesfeer die nog moeten worden beleden of goedgemaakt

Daarnaast is het voor iedereen moeilijk om afscheid te moeten nemen van geliefden, ook al weten we dat dit onvermijdelijk hoort bij het levenseinde.

Angst voor de dood?

De dood is een gevreesde vijand van het leven. De dood is tegennatuurlijk en hoort gewoon niet bij het leven. De dood is er vanwege de zondeval en de ontluisterde aarde waarop we leven: het is en blijft onze vijand. Daarom is het niet vreemd dat ook veel gelovigen bang zijn voor de dood. Ik zou bijna zeggen: wie niet? Dat is begrijpelijk, omdat je een toekomst tegemoet gaat die je niet kunt overzien en ... je staat er alleen voor. Geen mens die met je meegaat om die poort door te gaan naar het onbekende.

De dood is een macht van de satan, maar ... Jezus heeft de dood overwonnen:

"... is de Zoon (=Jezus) een mens geworden ... om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel, en zo allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood." (Hebreeën 2:14-15, NBV2004)

Ook de Bijbel praat onze angst voor de dood niet weg, maar benoemt die gewoon. Tegelijk maakt de Bijbel duidelijk dat de dood niet het laatste woord heeft, want de sleutel tot de poort van de dood is niet langer in handen van de satan, maar van Jezus:

"Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk." (Openbaring 1:18, NBV2004)

De dood is een overwonnen vijand. We mogen best wel eens huiveren als we aan de dood denken, maar angst voor de dood hoeft ons niet te beheersen. Alleen Jezus maakt uit wanneer het tijd is om te gaan:

"Mijn tijden zijn in uw hand ..." (Psalm 31:16, NBG1951)

Voor elke ware gelovige geldt dat Jezus aan de andere kant staat van die poort naar het onbekende. Er staat een Bekende op je te wachten en Hij verlangt ernaar je te begroeten. Het is geen sprong in het duister, maar de weg naar het licht.

Uitzicht op de hemel?

Ware christengelovigen kunnen erop vertrouwen dat ze naar de hemel zullen gaan als hun aardse leven is voorbij is. De Bijbel laat ons zien welke voorwaarden er zijn om dat zeker te kunnen weten.

Zie ook onderwerp 'Verlangen naar de hemel' in hoofdstuk 'Hemel'.

De hemel is de plaats waar God woont en waar Jezus een plek voor zijn kinderen heeft klaargemaakt. Het is een plaats van ultieme rust en vernieuwing, waar ze op een vernieuwde manier God en hun medemensen mogen dienen.

"... Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven ... Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen." (Openbaring 14:13, NBV2004)

Zo vinden gelovigen hun absolute rust in de tegenwoordigheid van Jezus, gereinigd van alle sporen van de zonde, van alles wat hun geluk zou kunnen bederven. Dat is de volmaakte, definitieve rust. Dat is niet de passieve rust van een soort Luilekkerland, maar een actieve rust die gekoppeld is aan een bruisend, boeiend leven in de hemelse sfeer.

"...in uw huis mag ik wonen, tot in lengte van dagen." (Psalm 23:6, GNB1996)

Jezus stelde de volgende vraag aan Marta, vlak voordat Hij haar broer Lazarus uit de dood zou opwekken. Die vraag stelt Jezus via de Bijbel ook aan jou:

"... Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?" (Johannes 11:25-26, NBV2004)

De Amerikaanse opwekkingsprediker Dwight L. Moody was één van de vele gelovigen die bepaald niet opzag tegen zijn moment van sterven. Hij deed de volgende uitspraak:

"Wanneer de krantenjongens roepen: 'Moody is dood!', geloof het dan niet. Ik zal dan meer leven dan ooit!"