9.6.7. Volken op de nieuwe aarde
De mensen die behoren tot de
Bruid van Jezus (het volk van God, dat in
Openbaring 21-22 zinnebeeldig wordt voorgesteld door het
Nieuwe Jeruzalem)
zullen niet de enige bewoners van de nieuwe aarde zijn. Want bij het
laatste oordeel zullen er begenadigde mensen zijn die toegang
krijgen tot de nieuwe aarde. Deze mensen worden in Openbaring 21 de 'volken' genoemd.
De Bruid en de andere volken
Hoe weten we dat er op de nieuwe aarde naast de Bruid van Jezus ook andere volken zullen
zijn? Het staat overduidelijk in het volgende Bijbelgedeelte:
"En de volken zullen bij haar licht wandelen ..." (Openbaring 21:24, NBG1951)
"En de naties die zalig worden, zullen in haar licht
wandelen ..." (Openbaring 21:24, HSV2010)
Hier zien we onmiskenbaar twee bevolkingsgroepen, aangeduid met de woorden
'volken' en 'haar' in de betekenis van de Bruid van Jezus. Het kan niet anders
of deze volken bestaan uit mensen buiten de Bruid aan wie Jezus gratie zal
verlenen op grond van zijn
rechtvaardige oordeel en volgens normen die wij niet hoeven te weten.
Waarom weet niemand dit?
Deze gedachte over deze tweedeling van mensen op de nieuwe aarde wordt door
bijna niemand naar voren gehaald. Waarom niet? Iedereen die met een open hart de
Bijbel leest kan dat toch ontdekken? Ik denk dat het niet past bij de gedachte
waar veel christenen mee zijn opgegroeid: "Iedereen die niet in
Jezus gelooft gaat naar de hel."
En als kerkelijke leiders er wel voor openstaan, vinden ze het misschien niet
zo verstandig om het te onderwijzen aan de kerkleden. Want wat als ze hen zouden
vertellen dat er ongelovigen kunnen zijn die toch op de nieuwe aarde mogen
wonen? Zouden ze dan bij zichzelf zeggen: "Waarom zouden we dan al die moeite
doen om naar de kerk te gaan en ons aan al die christelijke leefregels te
houden? We nemen wel genoegen met op de nieuwe aarde te mogen leven." Tja,
christenen die er zo over denken hebben vast nog nooit iets van het echte leven
in verbondenheid met Jezus geproefd.
Tweedeling
In het Oude Testament komen we steeds een tweedeling tegen tussen Gods volk
en de overige volken. De volken op de nieuwe aarde sluiten perfect
aan bij de rode lijn in het plan van God met de wereld.
- In de voortijd
waren er mensen die God dienden (Set en zijn nakomelingen, waaronder Noach
en zijn familie) en mensen die God niet dienden (Kaïn en zijn nakomelingen).
- Later riep God Abraham
om de stamvader te worden van een volk dat Hij als zijn eigen volk zou
beschouwen. Zijn nakomelingen vormden het volk Israël, dat God uit Egypte
bevrijdde onder leiding van de profeet Mozes. Met dit volk sloot God een
eeuwig verbond, het zogenaamde
Oude Verbond. Daarmee bestond er weer diezelfde tweedeling tussen Gods
volk Israël en de overige volken.
- In de tijd van het Nieuwe Testament kwam Jezus om het
koninkrijk van de hemel
op te starten, bestaande uit alle ware volgelingen van Jezus (ook wel de
'Gemeente van Jezus' genoemd). Er was een
Nieuw Verbond tussen God en
alle individuele christengelovigen. Een gedeelte van het volk Israël ging
Jezus volgen, terwijl een ander deel op de oude voet doorging. Vanaf die
tijd was er eigenlijk een driedeling: Israël, de Gemeente van Jezus en de
volken.
- In het messiaanse vrederijk
zal de '
Bruid van Jezus', bestaande uit de ware gelovigen uit Israël en de
Gemeente van Jezus, het regerende
volk zijn naast Jezus. We verwachten dat er dan ook een tweedeling zal zijn:
de Bruid van Jezus en de overige volken.
Licht voor de volken
"En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te
beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam (=Jezus) is
haar lamp. En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de
koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin."
(Openbaring 21:23-24, HSV2010)
Wat we hier lezen is heel bijzonder. De Bruid zal dus het door God ontvangen
licht in geestelijke zin doorgeven aan de volken op de nieuwe aarde.
De bruidsmensen zullen zegeningen van God aan de volken doorgeven en aan de andere kant zullen de
volken ook hun diensten bewijzen aan de bruidsmensen. Dat zal kennelijk de
relatie zijn tussen de Bruid en de volken: elkaar wederzijds zegenen. Ik
verwacht dat de
Bruid tegelijk als een regerend volk boven de volken staat en als een dienend
volk naast hen staat.
Levend water voor de volken
In Openbaring 22 lezen we over een rivier, die ontspringt uit een
waterbron in het nieuwe Jeruzalem, bovenop de stadsberg. Daardoor zal de gehele
nieuwe
aarde van levenswater worden voorzien:
"Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft.
De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van
het lam." (Openbaring
22:1, NBV2004)
God zelf, onze schepper, is de bron van levend water (Jeremia 2:13) dat via Jezus
(Johannes 4:10) naar ons toestroomt om ons leven te geven. Wellicht zal dit niet
alleen een geestelijke waarheid zijn, maar ook letterlijk aanwezig zijn op de
nieuwe aarde. Ik denk dat we die rivier
gerust mogen voorstellen als een stelsel van rivieren in plaats van één enkele
rivier. Het gaat om het feit dat water dat van de berg naar beneden stroomt.
Een en ander doet denken aan de beschrijving van het oorspronkelijke paradijs:
"Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit.
Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. (Genesis 2:10, NBV2004)
Ook de profeet Ezechiël heeft een visioen gehad van deze rivier van Gods
zegen:
"... er stroomde water onder de drempel van het huis (=tempel)
uit,
oostwaarts ... en zie, daar borrelde water op uit de rechter zijkant. Nadat de
man (=engel) uitgegaan was, naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat
hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de
enkels. Hij mat weer duizend el en ... het water reikte tot de knieën. Hij mat
weer duizend el ... het water reikte tot aan de heupen. Hij mat nog eens
duizend el; nu was het een beek geworden, die ik niet doorwaden kon, want het
water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon ..." (Ezechiël 47:1-5, NBG1951)
De stromende rivier(en) kunnen we zien als een voorstelling van de
zegen van God die uit het nieuwe Jeruzalem (de Bruid van Jezus dus) voortkomt. Die
zegen is afkomstig van God en wordt door de bruidsmensen doorgegeven aan de volken.
Jeruzalem zal
als het ware de moederstad van de wereld zijn (Galaten 4:26):
"Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder
van ons allen." (Galaten 4:26, HSV2010)
"Laat allen die Jeruzalem liefhebben zich met haar
verheugen en juichen om haar ... Aan haar vertroostende moederborst zullen
jullie drinken en verzadigd worden ..." (Jesaja 66:10-11, NBV2004)
Levensgeboomte
In Openbaring 22 lezen we over een rivier, die ontspringt in
het nieuwe Jeruzalem,
de stadsberg. Daardoor kan de gehele nieuwe aarde van water worden
voorzien:
"Aan de oevers van de rivier zullen allerlei vruchtbomen
opkomen, waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen
opraken; elke maand zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het
heiligdom. De vruchten zullen eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.'
(Ezechiël 47:12, NBV2004)
"De engel liet me ook de rivier zien met het water dat
leven geeft. De rivier was helder als kristal; hij ontsprong uit de troon van
God en het Lam ... Aan beide zijden van de rivier stonden levensbomen die twaalf
keer per jaar vrucht droegen, elke maand één keer. Hun bladeren brengen de
volken genezing." (Openbaring 22:1-2, GNB1996)
Die bijzondere bomen doen denken aan de levensboom in het paradijs van Adam
en Eva. De volken zullen ongetwijfeld in een paradijselijke omgeving wonen.
Volgend onderwerp:
9.6.8. Einde herschepping?